We vragen het ons allemaal wel eens af; hoe kan het dat de ene persoon, met vele gebreken, iedere dag keihard moet werken en dat een andere persoon, met vrijwel dezelfde gebreken, niet meer mag werken? Zo ook in de situatie van buren Kazander en Jansen.
Buurman Kazander, met zijn zogenaamde kromme rug, is 100% afgekeurd maar staat bijna iedere dag op de golfbaan een balletje staat te slaan. Buurvrouw Jansen moet, met haar kromme rug, iedere dag aan het werk in de schoonmaak om rond te kunnen komen.
Dit verschil heeft niets met een spaarpot of een rijke familie te maken; het ligt aan ons rekensysteem. Het arbeidsongeschiktheidspercentage dat wordt toegekend door het UWV is gebaseerd op het oude loon (ook wel maatmanloon genoemd) en het verschil met het restverdiencapaciteit. De restverdiencapaciteit is het bedrag dat de persoon in passende arbeid nog kan verdienen. Zie hieronder de situatie van meneer Kazander en mevrouw Jansen:
Meneer Kazander | Mevrouw Jansen | |
Functie | Piloot | Hoofdcassière |
Jaarsalaris in euro’s | 150.000 | 30.000 |
Restverdiencapaciteit in euro’s | 15.000 | 15.000 |
Arbeidsongeschiktheids- percentage |
(150.000-15.000) /150.000*100 = 90% |
(30.000-15.000) /40.000*100 = 50% |
Het systeem trekt de beter verdienenden dus in het voordeel. Dit is ook de reden dat er nu een wetsvoorstel ligt om de categorie WGA 35-80, WGA 35-99 te maken om dit gelijker te trekken.
Wil jij meer informatie hierover?